Ondernemen doe je niet alleen: je hebt relaties met andere partijen zoals leveranciers en klanten. In de meest ideale wereld zou er nooit iets mis gaan en gaat alles naar wens. De realiteit is anders: samenwerkingen kunnen anders verlopen dan in eerste instantie gepland was. Termijnen worden niet gehaald. Betalingen blijven uit. Er ontstaat schade. Praten heeft geen zin meer. En dan? Een boze brief lijkt voor de hand te liggen, maar waarop moet je dan letten?

In het meest positieve geval valt het probleem mee, en kan je het probleem samen oplossen. Even rond de tafel zitten, of de telefoon op nemen doet vaak wonderen. Zelfs als je denkt dat de relatie al verstoord is.

Een boze brief heeft niet altijd het gewenste effect

Maar soms kan er zoveel schade zijn ontstaan, of heeft praten echt geen zin meer. Het liefst wil je de andere partij direct aansprakelijk stellen voor alle geleden schade en wil je onder de overeenkomst uit. Vaak zal dit worden geuit in een boze brief.

Maar het krijgen van schadevergoeding en/of beëindigen van de overeenkomst kan niet zomaar. De wet stelt namelijk dat je niet zomaar schadevergoeding kan krijgen en vaak ook dat je een overeenkomst niet zomaar kan beëindigen. De tekortschietende partij, ook wel de schuldenaar genoemd, moet je meestal nog een mogelijkheid bieden om alsnog zijn afspraken na te komen. Je moet als het ware een tweede kans bieden. Een boze brief waarin je van de daken schreeuwt dat de relatie ten einde is en dat je daarom schadevergoeding vraagt is dus niet voldoende.

boze brief

Ingebrekestelling

Je moet de schuldenaar daadwerkelijk de mogelijkheid geven om de fouten te herstellen, binnen een redelijke termijn. Een “boze brief” zal daaraan niet per definitie voldoen. Is er niet op tijd betaald? Geef dan nog een laatste termijn voor betaling. Is iets niet naar wens geleverd? Laat weten waar de pijn zit, en dat het voor een bepaalde datum herstelt moet zijn. Blijft herstel dan uit? Dan heb je meestal wel een tal van juridische mogelijkheden in het verschiet.

De gestelde termijn moet overigens wel redelijk zijn. Een te korte termijn is  niet genoeg: de schuldenaar moet echt de mogelijkheid hebben om beterschap te geven. Daarnaast moet het ook duidelijk zijn wát nog moet worden nagekomen. En daarvoor heb je natuurlijk wel een grondslag nodig, zoals een contract of een belofte in een e-mail.

Als de brief aan deze vereisten voldoet, dan is deze te kwalificeren als een zogenaamde ingebrekestelling. Die ingebrekestelling is meestal vereist om schade te kunnen vorderen op grond van wanprestatie. Zonder ingebrekestelling is er vaak geen wanprestatie. Op basis van de wet geldt dat, als de schuldenaar ook na de gestelde termijn de gestelde gebreken niet herstelt, hij dan – juridisch gezegd – in verzuim is. Pas bij verzuim is een schuldenaar vaak schadeplichtig. Let er overigens wel op dat je contractueel ook iets anders (minder of juist extra vereisten voor verzuim) kunt afspreken. En uiteraard zijn er gevallen waarin dingen toch minder zwart-wit liggen.

Ingebrekestelling niet altijd vereist

Een ingebrekestelling is echter niet altijd nuttig en ook niet nodig. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat je hebt afgesproken dat bepaalde hardware geleverd zou worden, maar dat de hardware door een brand is verwoest. In zo’n geval is nakoming “blijvend” (of soms tijdelijk) onmogelijk, en kan een ingebrekestelling achterwege blijven.
Ook geeft de wet een aantal voorbeelden wanneer geen ingebrekestelling vereist is, en verzuim “van rechtswege” in treedt. Denk daarbij aan het overschrijden van een fatale termijn: de website moet voor 3 maart klaar zijn, anders heb ik er niets meer aan. Bijvoorbeeld vanwege een bepaalde actieweek. Van belang is dan wel om goed af te spreken dat die datum ook een fatale datum is.

Ook als een verplichting uit onrechtmatige daad of schadevergoeding niet wordt nagekomen, kan direct sprake zijn van verzuim. En ten slotte geeft de wet het voorbeeld dat er direct sprake is van verzuim, zonder dat een ingebrekestelling is vereist, als uit een mededeling van de schuldenaar kan worden afgeleid dat hij niet meer zal nakomen (“Het is klaar, ik ga helemaal niets meer voor je doen, de software ga ik niet leveren.” of “Ik ga niet betalen”).

Wat veel juristen vergeten is dat deze lijst niet uitputtend is bedoeld. Ook in sommige andere gevallen kan een ingebrekestelling achterwege blijven. Een voorbeeld uit de rechtspraak is het geval waarin de strekking van de “boze brief” in de gegeven omstandigheden duidelijk moet zijn geworden aan de schuldenaar: namelijk herstel van gebreken.

Let dus op bij het sturen van een boze brief!

Natuurlijk kunnen “boze brieven” in veel situaties bijzonder nuttig zijn. Situaties kunnen worden geëscaleerd, zodat de ernst van de situatie eindelijk eens door dringt tot de tekortschietende partij. Maar let er dus op: als je ook schadevergoeding wil kan het nodig zijn dat de boze brief voldoet aan een aantal extra eisen. En in zo’n geval red je het niet met alleen boos zijn…

Naar blog overzicht

IT-jurist LAWFOX

Wouter Dammers / Over de auteur

Wouter is IT-advocaat en oprichter van LAWFOX Advocaten. Hij is advocaat sinds 2009 en is gespecialiseerd in geschillen over IT-projecten, auteursrecht op software (waaronder open source), online grondrechten en Web3 (NFT, crypto, blockchain en metaverse). Hij is ook pionier op het gebied van legal design, waarmee hij complexe juridische en technische informatie begrijpelijk maakt. Klanten omschrijven hem als praktisch, flexibel en vakkundig. Wouter is tevens bestuurslid van de Vereniging voor Informaticarecht Advocaten.