Auteursrecht | 23 maart 2018
Door Nick Vrugt |In de meeste rechtszaken wordt de in het ongelijk gestelde partij slechts veroordeeld in de proceskosten volgens het voor die procedure geldende liquidatietarief. Dat liquidatietarief dekt slechts een heel beperkt deel van de gemaakte advocaatkosten.
In een enkel geval kan dat anders zijn. Bijvoorbeeld wanneer misbruik wordt gemaakt van procesrecht, zoals recentelijk in deze zaak.
Een andere uitzondering zijn intellectuele eigendomszaken (IE-zaken). In IE-zaken kan de in het ongelijk gestelde partij namelijk worden veroordeeld in de door de in het gelijk gestelde partij daadwerkelijk gemaakte kosten.
Volledige proceskostenveroordeling in IE-zaken
Artikel 1019h Rv bepaalt dat de in het ongelijk gestelde partij in een IE-zaak kan worden veroordeeld in de redelijke en evenredige kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt. Het doel van deze volledige proceskostenveroordeling is de positie van rechthebbende op het intellectueel eigendom te versterken. Dit zorgt er immers voor dat de rechthebbende niet terughoudend hoeft te zijn in het handhaven van zijn intellectuele eigendomsrechten.
Specificatie kosten
De partij die vergoeding van de werkelijke proceskosten vordert, dient de gemaakte kosten te specificeren. Er moet worden aangegeven tegen welk uurtarief is gewerkt, hoeveel uren er zijn besteed en wat de exacte werkzaamheden waren.
Ook moeten de proceskosten zo tijdig mogelijk worden opgegeven. Dit betekent dat de specificatie van de proceskosten uiterlijk dient te worden ingediend op de gestelde termijn voor het indienen van de laatste producties (bijlagen bij processtukken). Tot uiterlijk 24 uur voor de zitting kunnen deze kosten worden aangevuld met de sindsdien gemaakte en de nog te verwachten kosten.
Door de specificatie en de tijdige indiening van de proceskosten heeft de wederpartij voldoende mogelijkheid en tijd om verweer te voeren tegen de opgegeven kosten.
Redelijk en evenredig
De gemaakte proceskosten dienen redelijk en evenredig te zijn. Dit houdt bijvoorbeeld in dat niet-noodzakelijke of buitensporige kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Omdat de kosten redelijk en evenredig moeten zijn, heeft de Rechtspraak in samenspraak met de Nederlandse Orde van Advocaten indicatietarieven opgesteld. Deze tarieven zijn een richtlijn voor kosten die voor een bepaalde zaak redelijk en evenredig kunnen zijn.
Deze indicatietarieven doen geen afbreuk aan de hoofdregel dat de werkelijk gemaakte proceskosten dienen te worden vergoed. Maar de rechter kan er wel voor kiezen om de werkelijk gemaakte proceskosten te matigen aan de hand van deze indicatietarieven.
Volledige proceskostenveroordeling bij gemengde vorderingen?
In sommige gevallen bestaat een rechtszaak niet alleen uit vorderingen betreffende intellectueel eigendom. Maar bijvoorbeeld ook uit vorderingen betreffende slaafse nabootsing of misleidende reclame. Er is dan sprake van een gemengde vordering.
Bij een gemengde vordering komen de gemaakte proceskosten voor het intellectuele eigendomsrecht gedeelte voor vergoeding op grond van artikel 1019h Rv in aanmerking. Het overige gedeelte wordt volgens het liquidatietarief vergoed.
Conclusie
Het is altijd belangrijk om je te laten adviseren over de slagingskansen van een eventuele procedure. Bij IE-zaken geldt dit dus des te meer vanwege de mogelijkheid tot een volledige proceskostenveroordeling in het geval je in het ongelijk wordt gesteld. Laat de slagingskansen van tevoren dus goed beoordelen. Altijd, maar zeker in IE-zaken!